Recept klassieke ‘fastelavnsboller’ met banketbakkersroom en slagroom
In februari (soms begin maart) vieren de Denen Fastelavn, een Deens kinderfeest dat zijn oorsprong kent in het christelijke geloof en de 40 dagen vasten voor Pasen. Kinderen mogen zich verkleden, snoep uit een houten ton slaan en - iedereen - kan genieten van heerlijke 'fastelavnsboller'.
Ingrediënten voor 8 grote bollen
Banketbakkersroom:
1 ei
25 gr suiker
15 gr bloem
½ vanillestokje
1,25 dl melk
Banketdeeg (alle ingrediënten moeten zo koud mogelijk zijn):
25 gr gist
2 dl melk, lauw
ca. 400 gr tarwebloem
1 eetl suiker
¼ theel zout
200 gr boter
1 ei om in te smeren
Chocoladeglazuur
0,5 dl volle melk
25 gr suiker
30 gr boter
1 eetl cacaopoeder
50 gr pure chocolade, gehakt
Topping
5 dl slagroom
frambozenpoeder
Werkwijze:
Banketbakkersroom:
Klop het ei samen met de suiker op tot een luchtige massa. Voeg de bloem toe en klop het verder op. Kook de melk met het vanillestokje. Blijf de melk ondertussen roeren, zodat deze niet aanbrandt. Voeg al roerend de melk toe aan het opgeklopte ei en giet het terug in de pan. Halveer het vanillestokje in de lengte, schraap de vanille eruit en voeg het toe aan de het ei. Verwarm deze al roerend tot het bijna kookt. Giet het vervolgens in een kom en laat het afkoelen.
Chocoladeglazuur:
Doe de volle melk, de suiker en de boter in een pan en laat de suiker en boter smelten, terwijl je het op middelhoog vuur roert. Bestrooi het met cacaopoeder en klop het op. Voeg als laatste de chocolade toe en roer tot het is gesmolten. Zet de pan opzij.
Banketdeeg:
Doe de helft van de melk in een kom en roer de gist erdoorheen. Voeg de rest van de melk toe en zorgt dat de gist goed is opgenomen. Strooi 300 gr bloem samen met de suiker en het zout toe aan de melk en kneed het mengsel met je vingers tot een deeg. Strooi de rest van de bloem op je werkblad en rol het deeg uit tot een rechthoek van ca. 36 x 26 cm. Gebruik een kaasrasp om de boter (die koud is, maar niet hard) in plakjes te snijden. Leg de boter in het midden van het deeg en vouw eerst de ene kant over de boter en daarna de andere. Rol het deeg vervolgens uit, totdat het in lengte verdubbelt. Vouw opnieuw de beide helften over elkaar heen en rol het deeg nogmaals uit. Vouw voor de laatste keer de beide helften over elkaar heen en rol tot slot het deeg uit tot ca. 32 x 22 cm. Plaats het deeg 15 minuten in de koelkast.
Haal het deeg uit de koelkast en verdeel het in 8 gelijke vierkanten. Schep een lepel banketbakkersroom in het midden van elke vierkant en breng alle hoeken naar elkaar toe om een bolletje te maken. Bedek een bakplaat met bakpapier en leg de broodjes met de naden naar beneden gericht op de bakplaat. Laat de bolletjes 1 uur reizen onder een theedoek. Zet de hete lucht oven op 190 graden Celsius. Zodra de bolletjes zijn gerezen, bestrijk je ze met 1 losgeklopt ei en bak je ze af in ongeveer 16-18 minuten tot ze krokant en goudbruin zijn geworden. Haal de bolletjes eruit en laat ze afkoelen op een rooster.
Opmaken en opeten:
De ‘fastelavnsboller’ moeten worden opgemaakt net voordat ze worden gegeten. Klop de slagroom daarom pas op het laatst op en doe deze in een spuitzak. Snijd de bolletjes horizontaal door het midden en spuit de slagroom over de ene helft. Leg de andere helft erbovenop. Maak het bolletje af met chocoladeglazuur en besprenkel het een beetje met frambozenpoeder. Serveer de ‘fastelavnsboller’ meteen na het bereiden, dan zijn ze het lekkerst.
Eet smakelijk!
Bron: https://frederikkewaerens.dk/fastelavnsboller-af-wienerbroedsdej-med-kagecreme-og-floedeskum/ (Tip: Hier vind je ook goede uitlegfoto's!)
Foto:Daniel Rasmussen, Copenhagen Media Center